Examples of using "تقرأ" in a sentence and their dutch translations:
- Wat ben je aan het lezen?
- Wat bent u aan het lezen?
- Wat zijn jullie aan het lezen?
- Wat lezen jullie?
De vrouw is aan het lezen.
Ze heeft het boek niet gelezen.
Je kan dit boek lezen.
maar daar lees je nooit over.
Lees en luister naar mensen waar je het flagrant niet mee eens bent.