Translation of "انت" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "انت" in a sentence and their dutch translations:

هل انت متزوج؟

Ben je getrouwd?

انت تبدو تماما كاخيك الاكبر .

Je ziet eruit als je oudere broer.

انا بخير ماذا عنك انت ؟

Het gaat goed met me. En met jou?

انت مخطئ في هذه الحالة

In dit geval heb je ongelijk.

- هل انت متزوج؟
- هل أنت متزوجة؟

Ben je getrouwd?

بمجرد أن تعبر النهر، انت بأمان.

Als je eenmaal over de rivier bent, ben je veilig.

انت لا تستيقظ مبكرا كاختك ، اليس كذلك ؟

Je staat niet zo vroeg op als je zus, toch?

انت تعمل بمشقة كبيرة . استرح لبعض الوقت .

Je werkt te hard, doe het een tijdje rustig aan.

- عليك أن تأكل أليافاً أكثر.
- انت بحاجة لأكل ألياف أكثر.

- U moet meer vezels eten.
- Je moet meer vezels eten.
- Jullie moeten meer vezels eten.