Translation of "أنت" in Dutch

0.016 sec.

Examples of using "أنت" in a sentence and their dutch translations:

- أنت تفهمني.
- أنت تفهمني

- Jij begrijpt me.
- U begrijpt me.

- أنت عُنصري.
- أنت عُنصرية.

U bent een racist.

- أنت ستساعدني!
- أنت ستساعديني!

Je zult me helpen.

- أين أنت؟
- أين أنت ؟

- Waar ben je?
- Waar zijn jullie?

- أنت أبي.
- أنت والدي.

- Jij bent mijn vader.
- U bent mijn vader.

- أنت تجعلني سعيداً.
- أنت تجعلني سعيدا/أنت تسعدني

Jij maakt me gelukkig.

أنت.

Jij.

- هل أنت طالب؟
- هل أنت تلميذ؟
- هل أنت تلميذة؟

- Zijt ge student?
- Bent u student?
- Bent u studente?
- Ben je student?

- أنت تستخف به .
- أنت تستهين به.

- Je onderschat hem.
- U onderschat hem.
- Jullie onderschatten hem.
- Je doet hem te kort.

- هل أنت جاهز؟
- هل أنت مستعد؟

Ben je klaar?

- هل أنت سعيد؟
- هل أنت سعيد

- Ben je blij?
- Ben je gelukkig?
- Zijn jullie gelukkig?
- Bent u gelukkig?
- Bent u blij?
- Zijn jullie blij?

- أنت لست يابانياً.
- أنت لست ياباني

U bent geen Japanner.

- لم أنت وحدك؟
- لم أنت بمفردك؟

Waarom ben je alleen?

‫أنت المسؤول.‬

Jij bent de baas.

أنت مقرف!

Je bent walgelijk!

أنت غني

- U bent rijk.
- Jullie zijn rijk.
- Je bent rijk.
- Jij bent rijk.

أين أنت ؟

Waar ben je?

أنت صديقي.

- Ge zijt mijn vriend.
- Je bent mijn vriend.

أنت متأخر.

Je bent laat.

هي، أنت!

- Hey, jij!
- Hé, jij daar!

أنت هنا

- U bent hier.
- Je bent hier.

أنت قديم.

- Jij bent oud.
- U bent oud.
- Jullie zijn oud.
- Je bent oud.

أنت أحمق.

Je bent dom.

أنت محقّ.

Je hebt gelijk.

أنت سمنت.

Je bent dikker geworden.

أنت ملاك

Je bent een engel!

‫أنت المسؤول هنا.‬ ‫أنت تشاركني هذه الرحلة.‬

Jij bent de baas. We doen dit samen.

- أنت في طريقي.
- أنت تقف في طريقي.

- Je staat in de weg.
- U staat mij in de weg.

أنت لست ما تملك، أنت لست ما تفعله

Je bent niet wat je hebt; je bent niet wat je doet;

- أنت لطيفٌ جداً معي.
- أنت لطيفٌ للغاية معي.

Ge zijt te vriendelijk voor mij.

‫تذكر، أنت المسؤول.‬

Vergeet niet dat jij de baas bent.

ها أنت ذا.

Alsjeblieft.

"هل أنت مرِن؟"

"Ben jij flexibel?"

أنت تستحق الجائزة.

- Jij verdient de prijs.
- U verdient de prijs.
- Jullie verdienen de prijs.

اذهب أنت أولاً.

- Gij eerst.
- Jij eerst.
- Ga jij maar eerst.
- Jij mag eerst.

أنت صديقي المفضل.

Je bent mijn beste vriend.

أنت طباخ جيد

Je bent een goede kok.

هل أنت محامٍ؟

- Ben je advocaat?
- Bent u advocaat?

هل أنت جائع؟

- Heeft u honger?
- Heb je honger?

لماذا أنت هنا؟

- Waarom ben je hier?
- Waarom ben je er?
- Waarom bent u hier?
- Waarom zijn jullie hier?

أنت مثلي الجنس

Jij bent gay.

أنت لا تساعد.

Je helpt niet.

هل أنت غاضب؟

Ben je kwaad?

أنت حب حياتي.

Je bent de grote liefde van mijn leven.

هل أنت مُتعب؟

- Ben je moe?
- Bent u moe?
- Zijn jullie moe?

هل أنت ياباني؟

- Bent u Japans?
- Ben je Japans?

هل أنت وحدك؟

- Zijt ge alleen?
- Ben je alleen?

هل أنت مستعجل؟

Bent u gehaast?

أنت تحب التفاح.

Je houdt van appels.

آبن من أنت؟

Wiens zoon ben jij?

من أين أنت؟

- Waar kom je vandaan?
- Waar komt u vandaan?

أنت تبدو مكتئباً

Je lijkt terneergeslagen.

أنت تبذر الماء

- Je verspilt water.
- U verspilt water.
- Jullie verspillen water.
- U bent water aan het verspillen.
- Je bent water aan het verspillen.
- Jullie zijn water aan het verspillen.

أنت تعلم كيف

Je weet hoe.

لما أنت ذاهب؟

Waarom ga je?

أنت متقلب المزاج.

- Je bent chagrijnig.
- Jullie zijn chagrijnig.
- Je bent humeurig.
- Jullie zijn humeurig.
- Jij bent chagrijnig.

أنت أفضل مني.

- Je bent beter dan ik.
- U bent beter dan ik.
- Jullie zijn beter dan ik.

أنت تذكرني بأخيك.

- Je doet me aan jouw broer denken.
- Je herinnert me aan jouw broer.

أنت مشتر جيد.

- U bent een goede klant.
- Jij bent een goede klant.

أنت في أوروبا!

Je bent in Europa!

و أنت أيضا

- Jij ook.
- U ook.
- Jullie ook.

هل أنت آتٍ؟

- Kom je?
- Komt u?
- Komen jullie?

أنت تشرب الماء

- Jij drinkt water.
- U drinkt water.
- Jullie drinken water.

‫أنت المسؤول. أنت شريكي في هذا الأمر.‬ ‫القرار لك.‬

Jij bent de baas, jij gaat me me mee. Jij bepaalt.

- هل أنت في البيت؟
- هل أنت موجود في المنزل؟

- Ben je thuis?
- Bent u thuis?
- Zijn jullie thuis?

- من أين أنت؟
- من أي بلد أنت؟
- مِنْ أَيْنَ أَنْتُمْ؟

- Waar kom je vandaan?
- Waar komt u vandaan?
- Waar komen jullie vandaan?

‫حيث تحدد أنت الخيارات.‬

...waar jij de keuzes maakt.

‫لا تنس، أنت المسؤول.‬

Vergeet niet dat jij de baas bent.

‫حسناً، أنت تتحمل المسؤولية!‬

Oké, jij bent de baas.

‫أنت مربي ، مزارع ، معالج ،‬

Jullie kennen jullie superkrachten.

بمعنى آخر، أنت السبب.

Met andere woorden: jij.

‫ماذا تعتقد؟‬ ‫أنت المسؤول.‬

Wat denk jij? Jij bent de baas.

‫أنت المسؤول. القرار قرارك.‬

Jij bent de baas, jij beslist.

‫ماذا تعتقد؟ أنت المسؤول.‬

Wat denk jij? Jij bent de baas.

‫أنت المسؤول، القرار قرارك.‬

Jij bent de baas, jij beslist.

أنت لم تتغير مُطلقاً.

- Je bent helemaal niet veranderd.
- U bent helemaal niet veranderd.
- Jullie zijn helemaal niet veranderd.

لمَ أنت متعبٌ اليوم؟

- Hoezo ben je zo moe vandaag?
- Waarom zijn jullie zo moe vandaag?

بعبارة أخرى أنت أحمق.

Met andere woorden, je bent een idioot.