Examples of using "Yapıyorsun" in a sentence and their dutch translations:
- Wat doe je?
- Wat ben je aan het doen?
- Wat bent u aan het doen?
- Wat zijn jullie aan het doen?
- Waar bent u mee bezig?
- Wat doet u?
- Waarmee ben je bezig?
- Wat zit je te doen?
- Wat zitten jullie te doen?
- Wat doen jullie?
- Waarmee zijn jullie bezig?
- Nu breekt mijn klomp.
- Je neemt me in de maling.
- Je houdt me voor de gek.
Wat studeer je?
Je doet het verkeerd.
Sam, wat ben je aan het doen?
Maak je een grapje?
- Wat ben je aan het doen?
- Wat doe je nu?
- Wat ben je nu aan het doen?
- Wat zit je nu te doen?
- Waar bent u mee bezig?
Ben je je huiswerk aan het doen?
- Wat ben je aan het doen, papa?
- Vader, wat doe je?
Wat doe je hier?
Jullie werken mee.
Wat doe je met mijn auto?
Wat ga je ermee doen?
Waarom doe je dit?
Wat doe je daar?
- Wat doe je, papa?
- Wat ben je aan het doen, papa?
Wat doe je momenteel?
Je studeert Chinese geschiedenis.
Wat doe je 's middags?
Je doet het verkeerd.
- Waarom doe je dit?
- Waarom doet u dit?
- Waarom doen jullie dit?
Waarom schilder je bloemen?
Wat doe jij hier nog?
- Wat doe je met Kerstmis?
- Wat doet u met Kerstmis?
- Wat doen jullie met Kerstmis?
Papa, wat doe jij daar?
Wat doe je?
Waarom doe je dat, Tom?
Je maakt een grapje, niet?
- Waarom werkt u hier?
- Waarom werken jullie hier?
- Waarom doe je dit jezelf aan?
- Waarom doet u dit uzelf aan?
Wat doe je de volgende maandag?
- "Wat doe je?" "Niks."
- "Wat ben je aan het doen?" "Niks."
Je doet het verkeerd.
Hee jij daar! Wat ben je aan het doen?
Wat doe je hier in Boston?
- Wat doe je de volgende week?
- Wat ga je de volgende week doen?
Om... -Je doet één ding...
Je blijft keer op keer dezelfde fouten maken.
Waarom doe je dat? Je maakt mijn shirt nat!
- Wat kook je?
- Wat koken jullie?
- Wat zijn jullie aan het koken?
Wat ben je aan het doen met Toms creditcard?
Wat gaan jullie vanmiddag doen?
Wat doe je? Omhels je jezelf om zout te krijgen?
Wat ben je aan het doen?
Wat doen jullie vanmiddag op school?
- Je schaatst op heel dun ijs.
- U schaatst op heel dun ijs.
- Jullie schaatsen op heel dun ijs.
Wat doe je hier? Waarom ben je niet thuis?
Wat doe je hier?
Ik ben momenteel voetbal aan het spelen. En jij? Wat doe je?
Wat doe je zo vroeg op deze ochtend?
"Tom, wat ben je aan het doen?" "Hoe ziet het eruit?"
Waarvoor gebruik je het?
- Als ik zo vrij mag zijn, waarom doe je dit?
- Waarom doe je dit als ik vragen mag?
En jullie, in Uruguay? -We doen wat we kunnen.
- Wat doe je in je vrije tijd?
- Wat doen jullie in je vrije tijd?
- Wat doet gij in uw vrije tijd?
Je maakt een grapje, niet?
Ik ben momenteel voetbal aan het spelen. En jij? Wat doe je?
Hej! Wat doe jij in mijn kamer?
Bedoelt u mij?