Examples of using "Veririm" in a sentence and their dutch translations:
Ik geef bijna elke dag aan het goede doel.
Ik geef altijd wel iets aan bedelaars.
Ik geef je geld, maar je moet niet alles opmaken.
- Ik geef hier vijf dagen per week les.
- Ik geef hier vijf dagen in de week les.
Ik geef je vijf dollar.
Als je een pen nodig hebt, zal ik je er een uitlenen.
"De telefoon gaat over." "Ik zal hem wel opnemen."
Ik beloof niet dat ik zal antwoorden, maar je kunt me een berichtje zenden.
- Ik geef les.
- Ik onderwijs.
- Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.
- Als je mij een ijsje koopt, dan geef ik je een kus.
- Als je mij een ijsje betaalt, dan geef ik je een zoen.