Examples of using "Tekrar" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb keer op keer geprobeerd.
Opnieuw.
Ik lees de brief keer op keer
over gletsjers, Antarctica en Groenland.
Je blijft keer op keer dezelfde fouten maken.
- Ik bleef maar proberen, maar het lukte maar niet.
- Ik probeerde het keer na keer, maar ik kon het niet voor elkaar krijgen.
Hij heeft mij vaak belogen.
Kom zo meteen terug.
- Kan je dat nog eens zeggen?
- Kunt u dat nog eens zeggen?
- Kan je dat herhalen?
- Zouden jullie dat kunnen herhalen?
Kijk nog eens.
tot ik antwoord gaf.
- Probeer het nog eens.
- Probeer opnieuw.
Laten we het opnieuw proberen.
Laten we daar teruggaan.
Kijk nog eens.
Kom opnieuw.
Denk nog eens na.
We zullen het opnieuw proberen.
- Niet opnieuw gebruiken!
- Niet hergebruiken!
Probeer het opnieuw.
Begin opnieuw.
Ik zeg het nog een keer.
Nooit meer!
Nogmaals bedankt.
- Nogmaals hallo.
- Hallo, alweer.
- Doe het opnieuw!
- Doe het nog een keer!
Ik zal opnieuw proberen.
Hallo, alweer.
Nogmaals bedankt dat je me opnieuw gered hebt.
Ik bel je weer op.
- Wil je het nog eens proberen?
- Wil je het nog een keer proberen?
Ik probeerde het opnieuw.
Dat moet opnieuw.
de angst dat het zou terugkomen,
Dit zal niet nog eens gebeuren.
Zeg dat nog eens.
- Zou je dat kunnen herhalen?
- Zou u dat kunnen herhalen?
- Zouden jullie dat kunnen herhalen?
Laten we dit nog eens doen.
Ik bel zodra terug.
De telefoon deed het weer niet.
Welkom terug!
Ik kan dit weer doen.
Ik zal het dubbelchecken.
Bel me terug.
Welkom terug!
We zullen herbouwen.
Controleer nog eens.
- Ik wil nog eens proberen.
- Ik wil een tweede poging wagen.
Tom is weer hier.
We gaan weer te laat komen.
- De telefoon ging weer.
- De telefoon ging opnieuw.
- De telefoon rinkelde opnieuw.
Kunnen we elkaar nog eens ontmoeten?
- Tom hoestte opnieuw.
- Tom hoestte nogmaals.
Doe het opnieuw.
Hij probeerde het opnieuw.
Tom zal terugbellen.
Vraag het opnieuw aan Tom!
We zullen ze niet meer zien.
Vraag het ze nog eens.
Opnieuw!
Ik bel je weer op.
Ik zal het nooit meer doen.
- Bel alstublieft nog eens.
- Bel alsjeblieft nog eens.
Ik zal je niet meer weerzien.
Raad nog eens.
Zeg het niet nog eens!
Ik kan daar niet teruggaan.
- Ik wil u terugzien.
- Ik wil je weer zien.
- Ik wil u weer zien.
- Ik wil jullie weer zien.
- Ik wil je terugzien.
Als je het opnieuw wilt proberen, kies dan 'Opnieuw proberen'.
- Het doet mij plezier dat ge terug zijt.
- Het verheugt me je terug te zien.
Ze zijn herenigd.
Het is tijd om van de opwarmende zon te genieten...
...kies dan 'Opnieuw proberen'.
stuurde hij nog een bericht.
Wanneer dien ik terug te komen?
Je hebt weer dezelfde fout gemaakt.
We zien elkaar misschien weer in de toekomst.
Bob zag hem opnieuw.
Ik hoop wel dat je nog een keer komt.
Ik zag hem nooit weer.
Ik hoop dat ik je snel weer zie!
Ik wil ze weer zien.
Ik wuifde terug naar hem.
Daar wil ik niet nog eens heen.
Speel dat liedje opnieuw.
Tom keek weer in de spiegel.
Ik kan niet riskeren weer gepakt te worden.
- Laten we dat lied nog een keer beluisteren.
- Laten we nog een keer naar dat lied luisteren.
Ik wil je gezicht niet meer zien.
Je zal me nooit meer zien.
Ik ben blij u weer te zien.