Examples of using "Tanıyorum" in a sentence and their dutch translations:
Ik ken je zoon.
Ik ken je.
Ik ken je vader.
Ik ken hem.
Ik ken je.
Ik ken je moeder.
- Ik ken je vader.
- Ik ken jullie vader.
- Ik ken uw vader.
Ik ken jouw broer.
Ik ken die meisjes.
Dat weet ik, Tom.
Ik ken aardig wat Canadezen.
Ik ken ze persoonlijk.
Ik ken haar persoonlijk.
Ik ken een paar vrienden van Nancy.
- Ik ken enkel zijn naam.
- Ik ken hem alleen van naam.
Ik ken beide meisjes.
Ik ken haar.
Ik ken het meisje dat tennis speelt.
Ik ken iemand die in Boston woont.
- Ik ken Toms weduwe.
- Ik ken de weduwe van Tom.
Ik herken je.
- Ik ken jouw vader zeer goed.
- Ik ken je vader heel goed.
Ik ken Toms zusje.
Ik ken al mijn buren.
Ik ken veel piloten.
Ik ken Tom best goed.
Ik ken hem goed.
Ik ken mezelf erg goed.
Ik ken je vader.
- Ik ken iemand die in jouw buurt woont.
- Ik ken iemand die in uw buurt woont.
- Ik ken iemand die in jullie buurt woont.
Ik ken je broer heel goed.
Ik ken deze jongen die jij niet kent.
Ik ken beiden.
Ik ken mijn dochter beter dan wie dan ook.
Ik ken die meneer alleen van naam.
Ik ken een man die Latijn spreekt.
Ik ken een man die goed Russisch spreekt.
Ik ken zijn familie.
Ik ken een meisje van wie de vader advocaat is.
Ik ken een man die goed Frans kan spreken.
Hou je niet van de domme. Ik ken je!
Ik ken hem beter dan wie dan ook.
Ik ken Tom en Mary.
Ik ken hem al meer dan tien jaar.
Natuurlijk ken ik je nog, we waren beste vrienden op de basisschool!
Ik ken hem goed.
Dat is de veiligste optie. Ik ken dit touw.
Ik ken John al sinds 1976.