Examples of using "Biliyorum" in a sentence and their dutch translations:
Ik weet het, ik weet het.
Ik weet het.
Ik weet het.
Ik weet wat jouw naam is.
Ja, ik weet het.
Ik weet dat je niet liegt.
Ik weet dat het je niks kan schelen.
Ik weet dat je het kunt doen.
Ik kan vliegen.
Ja, ik weet het.
Ik ken hen.
Ik weet het.
Ik ken de regels.
Ik weet dit.
- Ik ken jouw taal.
- Ik ken jullie taal.
Ik weet dat je bang was.
Ik weet waarom.
Ik weet dat het niet werkte.
Ik weet dat je het weet.
Ik ken Australië.
Ik ken haar adres.
- Ik weet wie je bent.
- Ik weet wie jullie zijn.
Ik weet waar je woont.
Ik weet dat je geen dokter bent.
Ik weet dat je een pistool hebt.
Ik weet dat je geen geld hebt.
Ik weet waar hij woont.
Ik weet wie zij is.
Ik weet dat dit zal werken.
Ik weet dat je gelijk hebt.
Ik weet dat het er is.
- Ik weet wat je wilt zeggen.
- Ik weet wat je bedoelt.
Ik weet dat je weet dat ik het weet.
Ik weet dat Tom moe is.
Dat gevoel ken ik.
Ik weet dat je rijk bent.
Ik kan zwemmen.
Ik weet hoe hij heet.
Ik weet wie jullie zijn.
Ik weet dat ik dood ga.
Ik weet dat ik gelijk heb.
Ik weet waar je woont.
Ik weet wie ik ben.
Ik weet wat ik wil.
Nu weet ik waarom.
Ik weet dat ik ongelijk heb.
Ik weet dat ik ongelijk heb.
Ik weet dat je heel hard hebt gestudeerd.
- Ik weet dat je weet dat ik het weet.
- Ik weet dat jullie weten dat ik het weet.
- Ik weet dat u weet dat ik het weet.
Ik weet alles.
- Ik weet hoe men een appel schilt.
- Ik weet hoe je een appel schilt.
Ja, ik weet het.
Ik weet wat ik ga doen.
- Ik weet dat ik het heb ingepakt.
- Ik weet dat ik het erin heb gestopt.
Ik weet dat het koud is.
Ik ken het probleem.
Ik weet dat Tom is gestorven.
Ik weet wat er gebeurd is.
Ik weet wat ze gaan doen.
Ik weet waar ze zijn.
- Ik weet waar je bent.
- Ik weet waar jullie zijn.
- Ik weet waar u bent.
Ik weet dat je Tom zult mogen.
Ik weet dat jullie boos zijn.
Ik weet dat je nee gaat zeggen.
Ik weet dat je gelukkig bent.
- Ik weet dat je niet serieus bent.
- Ik weet dat u niet serieus bent.
Ik weet dat je niet liegt.
Ik weet Toms geheim.
Ik weet dat ik niet alleen ben.
Ik weet dat er anderen zijn.
Ik weet dat het moeilijke tijden zijn.
Ik weet dat Tom niet kan wachten.
Ik weet dat je geen geld hebt.
Ik weet dat het moeilijk is.
Ik ken hem al jaren.
Ik weet dat je van Boston zal genieten.
- Ik weet dat je hen niet kan stoppen.
- Ik weet dat je hen niet kan ophouden.
- Ik weet dat ge het kunt doen.
- Ik weet dat ge het kunt maken.
- Ik weet dat je het kunt doen.
Ik ken de waarheid.
Ik spreek een beetje Spaans.