Examples of using "Suçlu" in a sentence and their dutch translations:
Ze heeft ongelijk.
Ik ben onschuldig.
Tom is schuldig.
Ik voelde me schuldig.
- Voel je je schuldig?
- Voelen jullie je schuldig?
- Voelt u zich schuldig?
Tom ziet er schuldig uit.
Ik voel me niet schuldig.
Tom is degene die schuldig is.
- Zijn het criminelen?
- Zijn het misdadigers?
Ik voel me schuldig.
We schamen ons of voelen ons schuldig.
Hij werd schuldig bevonden aan moord.
De crimineel liet voetsporen achter.
Voor zover ik weet, is hij schuldig.
Ik wist dat Tom schuldig was.
Twee criminelen ontsnapten uit de gevangenis.
Voel je je ooit schuldig?
De crimineel werd gearresteerd en in de gevangenis gezet.
- Ik betwijfel het dat Tom schuldig is.
- Ik denk niet dat Tom schuldig is.
Tom voelde zich schuldig.
Tom en Maria zijn schuldig.
Je maakt dat ik me zo schuldig voel.
De bestuurder werd bekeurd wegens te snel rijden.
Tom is een veroordeeld misdadiger.
Ik voelde me schuldig en verdrietig.
Ik voel me schuldig hiervoor.
Het enige wat we weten, is dat Tom schuldig is.
Tom beweerde dat hij niet schuldig was.
De crimineel is gewapend en zeer gevaarlijk.
Veel criminelen in de Verenigde Staten zijn verslaafd aan drugs.
Er is een gevaarlijke crimineel ontsnapt uit het krankzinnigengesticht.
Men kan niet ontkennen dat de gevangene schuldig is.
Hoe zeker ben je dat hij een crimineel is?
Misdaad loont niet.