Translation of "Meşgul" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "Meşgul" in a sentence and their dutch translations:

- Meşgul müsün?
- Meşgul müsünüz?

- Ben je bezig?
- Bent u bezig?

- Sen meşgul müydün?
- Meşgul müydün?

- Waren jullie bezig?
- Was je bezig?
- Was u bezig?

Bu meşgul.

- Bezet!
- Het is bezet.

Tom meşgul.

Tom heeft het druk.

Onlar meşgul.

- Ze hebben het druk.
- Zij hebben het druk.

Hat meşgul.

Het geeft de bezettoon.

Babam meşgul.

Mijn vader is bezig.

Meşgul müsün?

Ben je bezig?

- Bugün meşgul müsünüz?
- Bugün meşgul müsün?

Heb je vandaag iets te doen?

- Hala meşgul müsün?
- Hâlâ meşgul müsün?

- Ben je nog bezig?
- Heb je het nog steeds druk?

Onlar sadece meşgul.

Nee, ze hebben het druk.

O meşgul mü?

Heeft hij het druk?

O çok meşgul.

Ze heeft het heel druk.

Onlar meşgul mü?

Hebben jullie het druk?

Tom'u meşgul tut.

- Houd Tom bezig.
- Hou Tom bezig.

Babam şimdi meşgul.

Mijn vader heeft het nu druk.

Annem çalışmakla meşgul.

- Mamma werkt.
- Mamma is aan het werk.

Tom meşgul görünmüyor.

Tom lijkt het niet druk te hebben.

Belki onlar meşgul.

Misschien hebben ze het druk.

Onlar meşgul olmalı.

Ze hebben het vast druk.

O neyle meşgul?

Waar is ie mee bezig?

Gerçekten meşgul görünüyorsun.

Het ziet ernaar uit dat je het heel erg druk hebt.

Tom bugün meşgul.

Tom heeft het vandaag druk.

Meşgul olduğumu söylemeliydim.

Ik had moeten zeggen dat ik met iets bezig was.

- Ne yazık ki hat meşgul
- Korkarım ki hat meşgul.

- Ik ben bang dat hij in gesprek is.
- Ik ben bang dat de lijn bezet is.

Deli Meşgul Mod'un aksine

Vergelijk eens de idioot-drukmodus

O meşgul olduğunu söyledi.

Hij zei dat hij het druk had.

Annem her zaman meşgul.

Mijn moeder is altijd bezig.

Her zaman meşgul müsün?

Heb je het altijd druk?

O çok meşgul olmalı.

Ze is zeker druk bezig.

Şu anda meşgul müsün?

Heb je het druk op het moment?

Korkarım ki hat meşgul.

Ik ben bang dat de lijn bezet is.

Çok meşgul olduğuna eminim.

- Ik ben er zeker van dat je het erg druk hebt.
- Ik ben er zeker van dat jullie het erg druk hebben.
- Ik ben er zeker van dat u het erg druk heeft.
- Ik weet zeker dat je het erg druk hebt.

Ben meşgul bir adamım.

Ik ben een druk baasje.

Ben şimdi meşgul değilim.

Ik heb het nu niet druk.

Baba mektupları yazmakla meşgul.

Vader is bezig brieven te schrijven.

Babam her zaman meşgul.

Mijn vader is altijd bezig.

O muhtemelen çok meşgul.

Ze is zeker druk bezig.

Ben bugün meşgul değilim.

Ik heb het vandaag niet druk.

Çocuklar köpekle meşgul oluyorlardı.

De kinderen solden met de hond.

Tom'un meşgul olduğunu sanmıyorum.

Ik denk niet dat Tom bezig is.

Meşgul olduğumuzu onlara bildir.

- Laat hen weten dat we werk te doen hebben.
- Laat hen weten dat we bezig zijn.

Meşgul olman gerektiğini biliyorum.

Ik weet dat je het waarschijnlijk druk hebt.

Tom da meşgul değil.

Tom heeft het ook niet druk.

Meşgul olmamın nedeni budur.

Daarom heb ik het druk.

Ben de meşgul değilim.

Ook ik ben niet bezig.

Tom meşgul görünüyor muydu?

Lijkt Tom het druk te hebben?

Ona meşgul olduğunu söyledim.

Ik heb hem gezegd dat je het druk hebt.

Ona meşgul olmadığımı söyledim.

Ik heb hem gezegd dat ik niet bezig was.

Ona meşgul olduğumuzu söyle.

Zeg hem dat we bezig zijn.

Tom çok meşgul görünmüyordu.

- Tom leek niet zo bezig te zijn.
- Tom leek het niet erg druk te hebben.

O her zaman meşgul.

Hij is altijd bezig.

Ben meşgul bir insanım.

Ik ben een druk iemand.

Benim dışında herkes meşgul.

- Buiten mij is iedereen bezet.
- Behalve ik, is iedereen bezet.

Tom meşgul olduğumu biliyordu.

Tom wist dat ik het druk had.

Bugün çok meşgul görünmüyorsun.

Je lijkt het vandaag niet erg druk te hebben.

Sen oldukça meşgul görünüyorsun.

Het ziet ernaar uit dat je het vrij druk hebt.

Tom, Mary kadar meşgul.

Tom heeft het net zo druk als Mary.

Öğrenciler sınav için hazırlanmakla meşgul.

De studenten zijn bezig het examen voor te bereiden.

O bir şey yapmakla meşgul.

Hij is met iets bezig.

O bir mektup yazmakla meşgul.

Hij is bezig een brief te schrijven.

O, geçen haftadan beri meşgul.

Ze is sinds vorige week druk.

Ev işleri ile meşgul oldu.

Zij was bezig met het huishouden.

Saat dörde kadar meşgul olacağım.

Tot vier uur zal ik bezig zijn.

Tom şu anda oldukça meşgul.

Tom is nogal druk op dit moment.

Ben geçen hafta meşgul değildim.

Ik had het vorige week niet druk.

Yarın öğleden sonra meşgul müsün?

- Zijt ge bezet morgennamiddag?
- Heb je morgen middag iets te doen?

Annem akşam yemeği pişirmekle meşgul.

Mijn moeder is bezig het avondeten te koken.

Tom Mary'ye meşgul olduğunu söyledi.

Tom heeft Mary gezegd dat hij bezig was.

Şu anda çok meşgul değilim.

Momenteel heb ik het niet erg druk.

Onların her ikisi de meşgul.

- Ze zijn allebei bezig.
- Ze hebben het allebei druk.

Tom onun meşgul olduğunu söylüyor.

Tom zegt dat hij bezig is.

Bu öğleden sonra meşgul olacağım.

Ik zal deze namiddag bezet zijn.

Ben her zaman meşgul değilim.

Ik ben niet altijd druk.

Tom Mary'nin meşgul olduğunu söylüyor.

Tom zegt dat Mary het druk heeft.

Tom benim kadar meşgul değil.

Tom heeft het niet zo druk als ik.

- Sanırım bu akşam oldukça meşgul olacaksın.
- Sanırım bu gece çok meşgul olacaksın.

Ik neem aan dat je het vanavond erg druk hebt.

Onlar da patent ofisini meşgul ettiler.

Het patentendepartement had er de handen mee vol.

O meşgul ise, ona yardım et.

Help hem als hij het druk heeft.

O, ABD'ne gezisi için hazırlanmakla meşgul.

- Ze is druk bezig geweest met het voorbereiden op haar reis naar de VS.
- Ze is druk bezig geweest met het voorbereiden op haar reis naar Amerika.
- Ze is druk bezig geweest met het voorbereiden op haar reis naar de Verenigde Staten.

Şimdi meşgul, bu yüzden seninle konuşamaz.

Ze heeft het momenteel druk en kan niet met u praten.

Tom şimdi gerçekten meşgul, değil mi?

Tom heeft het nu heel druk, nietwaar?

Meşgul olmama rağmen anneme yardım ettim.

Ik hielp mijn moeder, ook al had ik het druk.

Çok meşgul olduğum için seninle gidemem.

Ik kan niet met je meegaan omdat ik het erg druk heb.