Examples of using "Kedisi" in a sentence and their dutch translations:
Dat is Toms kat.
- Dit is de kat van Tom.
- Dit is Toms kat.
Ze is ongelukkig sinds haar kat gestorven is.
Hij heeft twee katten.
Zijn tante heeft drie katten.
Ken heeft twee katten.
Tom had een kat.
Tom heeft twee katten.
Tom heeft veel katten.
Tom heeft drie katten.
Tom heeft geen kat.
Tom heeft een witte kat.
Zijn oude kat leeft nog.
Hij heeft een witte kat.
Tom heeft een zwarte kat.
Toen haar kat stierf, kreeg Diana een zenuwinzinking.
Dat is Toms kat.
Heeft Tom nog steeds een kat?
Hij heeft een kat en twee honden.
Ze heeft een kat. De kat is wit.
Ze heeft een kat. Die kat is wit.
- Hij heeft een hond en zes katten.
- Hij heeft één hond en zes katten.
Hij heeft twee katten: een zwarte en een witte.
Met de grootte van een huiskat is ze een goede maaltijd.
Tom heeft twee katten. De ene is wit en de andere is zwart.
Ze heeft twee katten. De ene is wit en de andere is zwart.
- Toms kat bracht hem een dode vogel als cadeau.
- Tom zijn kat bracht hem een dode vogel als cadeau.
Een loewak doet zijn best om deze boom voor zichzelf te houden.
Heeft Tom een kat?
Hij heeft twee katten, eentje wit, eentje zwart.