Examples of using "Kalemi" in a sentence and their dutch translations:
Van wie is deze pen?
Geef mij het potlood.
Wiens potlood is dit?
Tom sleep een potlood.
- Sara heeft eenendertig stiften.
- Sara heeft 31 pennen.
Mag ik dit potlood gebruiken?
Ik zal je deze pen geven.
Heeft iedereen een potlood?
John heeft een pen.
Ze heeft deze pen bij die winkel gekocht.
Tom heeft nooit een potlood bij zich.
Sara heeft eenendertig balpennen.
Hij tekende met potlood een rechte lijn.