Examples of using "Kaldın" in a sentence and their dutch translations:
Waarom ben je gebleven?
Je kwam te laat.
Waarom was je laat?
Hoelang ben je gebleven?
- Je bent laat.
- U bent laat.
- Jullie zijn laat.
Waarom ben je te laat?
Wat heb je gegeten?
Ge waart laat zeker?
Waarom bent u buiten adem?
U bent tien minuten te laat.
- Hoe laat was je?
- Hoe laat was u?
- Hoe laat waren jullie?
Ben je voor het vermaak gebleven?
Je bent veel te laat.
- Wat heb je ermee te maken?
- Wat heeft u ermee te maken?
Waar bleef je zo lang?
Je hebt het overleefd.
Ben je thuis gebleven om te leren voor de toets?