Examples of using "Dükkân" in a sentence and their dutch translations:
De winkel verkoopt groenten.
In de omgeving van mijn huis zijn er geen winkels.
Tot hoe laat is de winkel open?
Er zijn een paar winkels naast mijn huis.
Tom wilde niet in een winkel of een fabriek werken.
"Nee," antwoordde de winkelier. "Ik meen het. U heeft het prijskaartje gezien."
Is daar een winkel?