Examples of using "Babasıyla" in a sentence and their dutch translations:
Zij was heel trots op haar vader.
Hij kan trots zijn op zijn vader.
Hij kan trots zijn op zijn vader.
Tom wilde met Mary's vader praten.
Tom ging op een kampeertocht met zijn vader.
Mary woont nog bij haar ouders thuis.
Ik wil Toms ouders ontmoeten.
Ik had een prettig lang gesprek met de vader van mijn vriendin.
Hij is zo groot als zijn vader.