Examples of using "Kamp" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben gek op kamperen.
We kunnen in de grot kamperen...
Ze kampeerden op het strand.
Ken houdt van kamperen.
We moeten ergens een kamp opzetten.
...of we maken een kamp in de boom.
Dus je wilt dat ik in de boom kampeer?
Tom woont in een campingcar.
Tom ging op een kampeertocht met zijn vader.
...doen net als de orang-oetans en maken een kamp in de boom...
- Tom ging met Maria kamperen.
- Tom ging op een kampeertocht met Maria.
...of we maken een kamp in de boom. Jij bepaalt.
We zetten onze tent op en maakten een kampvuur.
Dus je denkt dat het het beste is in de grot te kamperen?
Het wordt nu echt donkerder. We moeten ergens een kamp opzetten.
Tom en zijn vrienden zaten rondom het kampvuur en zongen liedjes.
De grot gaat helemaal naar binnen. Geen slechte plek om te kamperen.
De grot gaat helemaal naar binnen. Geen slechte plek om te kamperen.
Daardoor is het een minder geschikte plek om te kamperen.
Dus je wilt dat ik in de boom kampeer? Dat is geen slecht idee.
Toen we het basiskamp bereikten en de Khumbu-ijswaterval…
Koning Guy heeft geen andere keus dan zijn mannen te bevelen om het kamp te maken waar ze staan.
We kunnen in de grot kamperen... ...wat goed is voor de medicijnen, het is er veel koeler.