Examples of using "Arayacağım" in a sentence and their dutch translations:
- Ik zal ze bellen.
- Ik bel ze.
- Ik ga ze bellen.
- Ik zal hem bellen.
- Ik zal haar bellen.
Ik bel je weer op.
Ik bel je vanavond op.
Ik bel je vanavond op.
Ik bel zodra terug.
Ik bel je gauw.
Ik zal het opzoeken op Google.
Ik zal je morgen bellen.
Ik bel je weer op.
Ik bel je vanavond op.
...en probeer dan naar beneden te komen.
Ik bel je vanavond op.
Ik kom je zondag bezoeken.
Ik zal hem vanavond bellen.
- Ik bel om 4 uur terug.
- Ik zal om vier uur opnieuw bellen.
Ik zal u bellen om drie uur.
Ik bel je op wanneer ik bij het station aankom.
Ik zal hem vanavond bellen.
Ik bel je vanavond op.
Ik bel je onmiddellijk terug.
- Ik zal je roepen wanneer ik tijd heb.
- Ik bel je op wanneer ik tijd heb.
- Ik telefoneer je wanneer ik tijd heb.
- Ik bel je zodra terug.
- Ik bel u zodra terug.
- Ik bel zodra terug.
Ik bel je later.
Als je niet vertrekt, dan roep ik de flikken.
Wacht een ogenblik. Ik zal Jimmy eens bellen.
- Ik bel je binnen een week.
- Ik bel je over een week.
- Ik bel je zodra ik thuiskom.
- Ik bel je zo gauw als ik thuiskom.
Ik bel je over een paar dagen.
Ik ga de politie bellen!
- Ik zal je morgen bellen.
- Ik bel je morgen.
Ik bel je later vandaag.
Als ik je paspoort vind, zal ik je roepen.
Ik bel je later terug.
Ik zal zo snel ik kan terugbellen.
Ik hou van jou. Ik bel je later.
Ik bel over ongeveer een half uur terug.
- Ik bel ze morgen, als ik weer terug ben.
- Ik bel ze morgen, wanneer ik weer terug ben.
Ik zal haar vanavond bellen.