Examples of using "öğretti" in a sentence and their dutch translations:
- Wie heeft u dat geleerd?
- Wie heeft je dat geleerd?
Hij heeft mij leren zwemmen.
- Wie heeft je Frans geleerd?
- Wie heeft u Frans geleerd?
- Wie heeft jullie Frans geleerd?
Hij gaf geschiedenis op school.
Tom heeft me leren lezen.
Tom leerde zijn kinderen Frans.
Sami leerde Layla over de islam.
Tom leerde zijn vrienden Frans.
Wat heeft het leven mij geleerd?
Mijn vader heeft mij leren fietsen.
Layla leerde Salima hoe ze haar islamitische hoofddoek moest dragen.
Ze leerde me hoe ik een webstek moest maken.
Hij leerde me hoe de machine werkte.
Wie heeft hen tafelmanieren geleerd?
Ze heeft ons leren zingen.
Marika heeft me wat Fins geleerd.
Tom leerde me skiën.
Tom heeft me leren zingen.
Mijn vader heeft mij leren fietsen.
Ik leerde hiervan.
...dat je hier hoort, geen bezoeker bent.
Wie heeft je geleerd om te skaten?
heb ik alles geleerd wat ik moest weten over schrijven.
Mijn ouders hebben mij het respect voor ouderen ingeprent.
Ze heeft dertig jaar lang muziekles gegeven.
Tom leerde zijn papegaai zeggen: "Help me! Ze hebben me in een papegaai veranderd!"