Translation of "Trono" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Trono" in a sentence and their dutch translations:

Él heredará el trono.

Hij zal de troon opvolgen.

Pero muchos buscaron su trono.

Maar velen zochten zijn troon.

1066 puso su mirada en el trono inglés.

1066 zette hij zijn zinnen op de Engelse troon.

Cuando él y sus seguidores regresaron al año siguiente para reclamar el trono, se encontraron

Toen hij en zijn volgelingen het jaar daarop terugkeerden om de troon terug te eisen, werden ze opgewacht

La casa real de Bernadotte se encuentra en el trono sueco hasta el día de hoy.

het koninklijk huis van Bernadotte zit tot op de dag van vandaag op de Zweedse troon.