Translation of "Temporada" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Temporada" in a sentence and their dutch translations:

- Es la temporada de las fresas.
- Las fresas ya están de temporada.

Het is nu het seizoen voor aardbeien.

Es la temporada de las crías.

Dit is het broedseizoen.

La temporada de lluvia ha comenzado.

Het regenseizoen is begonnen.

¿Cuándo será la temporada de los arándanos?

Wanneer is het bosbessenseizoen?

Los hongos están de temporada, así que son baratos.

Het is het seizoen voor paddestoelen, daarom zijn ze zo goedkoop.

Trataré de ir a casa durante la temporada de vacaciones.

Ik zal proberen thuis te komen tijdens het vakantieseizoen.

Durante la temporada de apareamiento muchos animales exudan fragancias fuertes.

Veel dieren scheiden sterke geuren af tijdens het paarseizoen.

- La temporada de lluvia empieza más o menos a finales de junio.
- La temporada lluviosa comienza más o menos a finales de junio.

Het regenseizoen begint ongeveer einde juni.

En la temporada lluviosa, la lluvia persiste por un par de semanas.

In het regenseizoen houdt de regen een paar weken aan.

Pero, solo una noche, vienen a la ciudad por una especialidad de temporada.

Maar voor één nacht gaan ze naar de stad voor een seizoensspecialiteit.

Hoy se llevó a cabo la primera maratón sobre hielo natural de la temporada.

Vandaag is de eerste marathon op natuurijs van dit seizoen verreden.

Una de las mejores partes de la temporada de vacaciones es pasar tiempo con las personas especiales en tu vida.

Tijd doorbrengen met de bijzondere mensen in je leven behoort tot de fijnste momenten van het vakantieseizoen.