Examples of using "Teme" in a sentence and their dutch translations:
Hij is bang fouten te maken.
Ze is bang voor katten.
De koning vreest een opstand.
Ze is bang dat we verdwalen.
- Zij is bang dat ik verdwaald raak.
- Zij is bang dat ik verdwaal.
- Zij is nergens bang voor.
- Ze is nergens bang voor.
Mary is bang voor spinnen.
Tom is niet bang te experimenteren.
Ze is bang om invloed en aandacht te verliezen.
Een verbrand kind is bang voor het vuur.
Mary denkt dat Tom bang is van het engagement.
Hij is niet bang voor de dood.
Hij is niet bang voor aanvallen.
Hij is bang fouten te maken.
Hij is bang fouten te maken.
...waardoor mensen er bang voor zijn zonder het gezien te hebben.
Een verbrand kind is bang voor het vuur.
- Hij heeft schrik om te sterven.
- Hij is bang om te sterven.
Zij is bang dat ik verdwaal.
Hij is bang fouten te maken.
Zoals de Heilige Koran ons gebiedt: "Vreest God en spreekt de waarheid."
Maar de meeste mensen zijn te bang om 4, 12, 26 te testen
Hij is bang voor honden.
Ze is niet bang voor de dood.
Hij is bang fouten te maken.
Hij is bang voor honden.