Translation of "Pelear" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Pelear" in a sentence and their dutch translations:

Déjalos pelear.

- Laat ze maar vechten.
- Laat ze vechten.

No quiero pelear.

Ik wil niet vechten.

¡Dejá de pelear!

Stop met vechten!

Ellos evitaron pelear.

Ze weigerden om te vechten.

No le gusta pelear.

Hij vecht niet graag.

Dejen de pelear por favor.

- Hou alsjeblieft op met vechten.
- Hou alstublieft op met vechten.

¿Vamos a pelear? Bien, aquí vamos.

Dus we gaan vechten? Daar gaan we.

Rudos, duros y listos para pelear,

Al is hij een ruwe grote bonk...

Yo te puedo enseñar a pelear.

Ik kan je leren vechten.

Las niñas se pusieron a pelear.

De meisjes begonnen te vechten.

El oso solitario no cederá su comida sin pelear.

De beer geeft zijn maaltijd niet zonder slag of stoot op.