Examples of using "Pavo" in a sentence and their dutch translations:
Kalkoen, mond en een mond.
- Hebt ge al kalkoen gegeten?
- Heb je al eens kalkoen gegeten?
Deze kalkoen smaakt goed.
Deze kalkoen is lekker.
Maria heeft nog nooit een kalkoen gekookt.
Er loopt een pauw op de binnenplaats.
Je bent trotser dan een pauw.
Nog één uur en de kalkoen is klaar.
De gastheer sneed de kalkoen aan voor de gasten.
Tom sneed de kalkoen met een elektrisch mes.
Veel mensen eten kalkoen op kerstdag.
Omdat ze vegetariër is, at ze tofoe in plaats van kalkoen.
Een kalkoen is iets groter dan een kip.
De mannelijke pauw heeft kleurige staartveren.
Tom gaf zijn hond een restje kerstkalkoen.
De dagpauwoog (Inachis io) is een mooie en gemakkelijk te herkennen vlinder.
Het is geen kinderspel.