Examples of using "Mover" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan me niet bewegen.
Ik kan mijn been nu nauwelijks bewegen.
Ik kan mijn been nu nauwelijks bewegen.
Help me deze steen te verplaatsen.
Ik kan mijn been niet bewegen.
Help je me de tafel te verzetten?
Je bloedsuikers bewegen niet.
Kan je jouw auto verzetten, alsjeblieft?
van het verplaatsen en rechtzetten van grote, zware objecten,
De administratie besliste de zetel van de firma te verplaatsen naar Hawaï.
Ze kunnen veel sneller aanvallen dan ik kan bewegen.
En dit is wat de mijnwerkers zouden gebruiken... ...om hun materiaal tussen de groeves te verslepen.