Examples of using "Miel" in a sentence and their dutch translations:
Bijen maken honing.
- We zijn op huwelijksreis.
- Wij zijn op huwelijksreis.
Hoeveel honing gebruikt u voor dit gebak?
Hoe waren jullie wittebroodsweken?
Beren houden van honing.
Suiker verving honing als zoetstof.
Melk en honing zit onder je tong.
Jouw kus is zoeter dan honing.
Zij brengen hun wittebroodsweken in Venetië door.
Ze voeden zich in de winter met honing.
Voor onze huwelijksreis willen we naar Oostenrijk gaan.
Je kan meer vliegen vangen met honing dan dat je met azijn doet.
's Ochtends hou ik ervan honing op mijn toast te smeren.
Mijnheer en mevrouw West zijn op huwelijksreis.
Hij draaide de fles ondersteboven en schudde hem, maar toch kwam de honing er niet uit.