Translation of "Estamos" in Dutch

0.011 sec.

Examples of using "Estamos" in a sentence and their dutch translations:

- Estamos arruinados.
- Estamos condenados.

We zijn gedoemd.

- Estamos comprometidos.
- Estamos prometidos.

We zijn verloofd.

- Estamos indefensos.
- Estamos desvalidos.

- We zijn weerloos.
- Wij zijn weerloos.

- Estamos aquí.
- Estamos acá.

We zijn hier.

- Estamos calmados.
- Estamos tranquilos.

Wij zijn rustig.

- Estamos en apuros.
- Estamos apurados.

We hebben haast.

- No estamos durmiendo.
- Estamos despiertos.

We zijn niet aan het slapen.

- No estamos solos.
- No estamos solas.

We zijn niet alleen.

- No estamos locos.
- No estamos locas.

We zijn niet gek.

- Estamos observando.
- Estamos mirando.
- Observamos.
- Miramos.

We kijken.

estamos solos.

we zijn alleen.

Aquí estamos.

Hier zijn we dan.

¿Dónde estamos?

- Waar zijn we?
- Waar zijn wij?

Estamos parpadeando.

- We knipperen.
- We zijn aan het knipperen.

Estamos apurados.

We hebben haast.

Estamos progresando.

We maken vorderingen.

Estamos rodeados.

- We zijn omsingeld.
- We zijn omringd.

Estamos solos.

We zijn alleen.

Estamos escuchando.

We zijn aan het luisteren.

¡Estamos perdidos!

We zijn verdwaald!

Estamos ocupados.

We hebben het druk.

Estamos listos.

Wij zijn er klaar voor.

Estamos saliendo.

- We zijn aan het daten.
- Wij daten.

Estamos desesperados.

- We zijn wanhopig.
- Wij zijn wanhopig.

Estamos perdiendo.

- We verliezen.
- We zijn aan het verliezen.

Estamos ganando.

We zijn aan het winnen.

Estamos adentro.

We zijn binnen.

Estamos prometidos.

We zijn verloofd.

Estamos casados.

We zijn getrouwd.

Estamos perdidos.

We zijn verdwaald.

¿Estamos listas?

Zijn we bereid?

¡Estamos aquí!

- We zijn er!
- We zijn hier.

Estamos llorando.

We huilen.

Estamos asustados.

- Wij hebben schrik.
- Wij zijn bang.

Estamos hambrientos.

- Wij hebben honger.
- We hebben honger.

Estamos limpios.

We zijn schoon.

Estamos organizados.

We zijn georganiseerd.

Estamos bailando.

- We dansen.
- We zijn aan het dansen.

Estamos bromeando.

We maken een grapje.

Estamos meditando.

We zijn aan het mediteren.

Estamos leyendo.

Wij lezen.

Estamos almorzando.

We zijn aan het lunchen.

Estamos acá.

We zijn hier.

¡Aquí estamos!

- Hier zijn we dan.
- Hier zijn we!

Estamos contentos.

We zijn gelukkig.

Estamos aquí.

We zijn hier.

¿Estamos listos?

Zijn we klaar om te gaan?

¿Estamos jodidos?

Zitten we in de stront?

Estamos trabajando.

- We zijn aan het werken.
- We werken.

Estamos intrigados.

- We zijn geïntrigeerd.
- Wij zijn geïntrigeerd.

- Estamos aquí para protegerte.
- Estamos aquí para protegerles.

- We zijn hier om je te beschermen.
- We zijn hier om u te beschermen.
- We zijn hier om jullie te beschermen.

- Estamos listos para partir.
- Estamos listos para irnos.

- We zijn klaar om te gaan.
- We zijn klaar om te vertrekken.

- Dile que estamos ocupados.
- Dile que estamos ocupadas.

Zeg hem dat we bezig zijn.

- Nosotros estamos sintiéndonos seguros.
- Nosotras estamos sintiéndonos seguras.

- We voelen ons zeker.
- We hebben zelfvertrouwen.

- Estamos listos para jugar.
- Estamos listas para jugar.

We zijn klaar om te spelen.

Estamos aprendiendo húngaro.

We leren Hongaars.

Y estamos listos.

En we kunnen.

Estamos en problemas.

We zitten in de problemen.

Estamos plantando semillas.

Wij zaaien.

Estamos en peligro.

We zijn in gevaar.

Estamos en primavera.

- Het is lente.
- Het is voorjaar.

Estamos hirviendo agua.

- Wij koken water.
- Wij zijn water aan het koken.

Nos estamos viendo.

Tot weerziens!

¿Dónde estamos ahora?

Waar zijn we nu?

¿Qué estamos esperando?

Waarop wachten we nu?

¿Qué estamos haciendo?

- Wat doen we?
- Wat zijn we aan het doen?

Todavía estamos aquí.

We zijn er nog steeds.