Translation of "Importa" in Dutch

0.021 sec.

Examples of using "Importa" in a sentence and their dutch translations:

- Eso no importa.
- No importa.

- Dat is niet belangrijk.
- Dat geeft niets.

- ¿Importa la verdad?
- ¿La verdad importa?

Doet de waarheid ertoe?

- Nada importa realmente.
- Nada verdaderamente importa.

Niets doet er echt toe.

Todo importa.

- Alles telt.
- Alles doet ertoe.
- Alles is belangrijk.

¡No importa!

- Het maakt niet uit!
- Het doet er niet toe!

No importa.

- Maakt niet uit.
- Het maakt niets uit.

- No es importante.
- Eso no importa.
- No importa.

- Dat is niet belangrijk.
- Het is niet belangrijk.

- Me importa un bledo.
- Me importa un pito.

- Daar trek ik mij niets van aan.
- Het kan me geen barst schelen.
- Dat zal me een worst zijn.
- Mij maakt het niet uit.
- Dat maakt mij niets uit.
- Dat kan mij niets schelen.
- Het kan me niet schelen.
- Het kan me niets schelen.

- Me importa un comino.
- No me importa lo más mínimo.
- Me importa un rábano.

- Het kan me geen barst schelen.
- Dat zal me een worst zijn.
- Het maakt me helemaal niks uit.

No nos importa.

We geven er niet om.

Eso no importa.

Het doet er niet toe.

Ya no importa.

Het maakt niet meer uit.

¿Qué importa eso?

- Wat maakt het uit?
- Wat doet het ertoe?

- Me importa un bledo.
- No me importa un comino.

Dat zal me een worst zijn.

- Me importa un carajo.
- Me importa una mierda.
- Me la suda.
- Me importa un comino.
- Me importa tres cojones.
- No estoy ni ahí.

Het kan me geen barst schelen.

¿A quién le importa?

- Wat maakt het uit?
- Wie kan het wat schelen?
- Wie maalt erom?
- Wie geeft erom?

¿Le importa si fumo?

Vind je het erg als ik rook?

¡Me importa un bledo!

- Het kan me geen barst schelen.
- Ik geef er geen bal om!

¿Os importa si fumo?

Vindt u het erg als ik rook?

A nadie le importa.

- Er kraait geen haan naar.
- Daar geeft niemand om.
- Niemand geeft er om.

El tamaño sí importa.

- De grootte maakt uit.
- Grootte doet ertoe.

- No me importa.
- Eso no me importa.
- Eso no me preocupa.

- Dat maakt mij niets uit.
- Dat maakt mij niet uit.

- No es importante.
- No tiene importancia.
- Eso no importa.
- No importa.

- Het is niet belangrijk.
- Het maakt niets uit.
- Het doet er niet toe.

- No me importa si hace calor.
- No me importa si está caliente.

Het maakt me niet uit als het heet is.

- ¿Le importa que le haga una pregunta?
- ¿Te importa que te haga una pregunta?
- ¿Os importa que os haga una pregunta?
- ¿Les importa que les haga una pregunta?

Zou ik u een vraag mogen stellen?

No importa dónde me encuentre.

Waar ik ben, is niet belangrijk.

¡No le importa un bledo!

Het kan hem geen bal schelen!

¿A quién le importa eso?

- Wie maakt zich daar druk over?
- Wie kan dat wat schelen?

No me importa en absoluto.

Ik vind het helemaal niet erg.

¿Te importa esperar un poco?

Zou u even kunnen wachten?

No me importa tu pasado.

Jouw verleden kan me niets schelen.

No nos importa un carajo.

Dat kan ons geen moer schelen.

- No es importante.
- No importa.

- Dat geeft niets.
- Het is niet belangrijk.

Japón importa naranjas desde California.

Japan importeert sinaasappelen uit Californië.

¡No me importa una pizca!

Het kan me geen barst schelen!

No me importa mi porvenir.

Ik geef niet om mijn toekomst.

No me importa el frío.

Ik vind de koude niet erg.

- Todo importa.
- Todo es importante.

Alles is belangrijk.

- Me importa una mierda.
- No me importa un carajo.
- No estoy ni ahí.

Het kan me geen reet schelen.

- No me importa lo que él diga.
- No me importa lo que diga él.

Het kan me niks schelen wat hij zegt.

No importa. Cualquiera puede cometer fallos.

Maak je geen zorgen. Iedereen kan zich vergissen.

No importa de dónde él venga.

Het maakt niet uit waar hij vandaan komt.

- Me da igual.
- No me importa.

- Het maakt me niet uit.
- Ik vind het niet erg.

No me importa si está caliente.

Het maakt me niet uit als het heet is.

No importa, es hora del almuerzo.

Maakt niet uit, tijd voor de lunch.

No importa lo que ella dijo.

Het maakt niet uit wat ze gezegd heeft.

Incluso si es verdad, apenas importa.

- Zelfs als het waar is, maakt het weinig uit.
- Zelfs als het waar is, doet het er nauwelijks toe.

¿Te importa si abro la puerta?

Vind je het goed als ik de deur opendoe?

No me importa si hace calor.

Het maakt me niet uit als het heet is.

- ¿Le importa si fumo aquí?
- ¿Le importaría si fumo aquí?
- ¿Te importa si fumo aquí?

Stoort het u als ik hier rook?

- Me importa un carajo.
- Me importa una mierda.
- Me la suda.
- No estoy ni ahí.

Het kan me geen barst schelen.

Y que no importa lo que hagamos.

en dat het niet uitmaakt wat we doen,

Lo que importa, igual, es nunca rendirnos.

Wat van belang is, is dat we nooit opgeven.

Empezar hablando de por qué nos importa,

om te praten over waarom het zo belangrijk voor ons is,

No importa qué equipo gane el partido.

Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.

No nos importa lo que él haga.

Het maakt ons niet uit wat hij doet.

No importa lo que leas, sino cómo.

Het maakt niet uit wát je leest, maar hoe je leest.

No importa, lo puedo hacer yo solo.

Niet erg, ik kan het zelf doen.

¡Lo que digas me importa una mierda!

Ik geef geen moer om wat je zegt!

- Tom se preocupa.
- A Tom le importa.

Tom geeft erom.

¡Qué me importa cuánto dura la cuarentena!

- Het kan me niet schelen hoe lang de quarantaine duurt!
- Het boeit me niet hoe lang de quarantaine duurt!

- No me importa un carajo lo que vos pensás.
- Lo que pienses tú me importa una mierda.

Het kan me geen reet schelen wat jij denkt.

Redirige tu enfoque a lo que realmente importa.

en richt je aandacht op de dingen die er echt toe doen.

¿Nos importa la economía o la seguridad nacional?

Zitten we in over de economie of de nationale veiligheid?

No nos importa hasta que nos afecta personalmente.

We geven er niet om tot het ons persoonlijk raakt.

Te amaré siempre, no importa lo que pase.

Ik zal altijd van je houden, wat er ook gebeurt.

No importa si admite su culpa o no.

Het maakt niet uit of ze haar schuld bekent of niet.

No me importa lo que dice la gente.

Mij maakt het niet uit wat de mensen zeggen.

No me importa si él viene o no.

Het maakt mij niet uit of hij wel of niet komt.

A nadie le importa lo que tú pienses.

Niemand is geïnteresseerd in dat wat jij denkt.

- ¿Le importa si fumo?
- ¿Te molesta si fumo?

Vind je het erg als ik rook?

Vas a hacerla llorar no importa que digas.

- Wat ge ook zegt, ge zult haar doen wenen.
- Je brengt ze aan het wenen, wat je ook zegt.

Mi familia es todo lo que me importa.

Mijn gezin is alles wat voor mij van belang is.

¿Soy niño o niña? ¿A quién le importa?

Of ik een jongen of een meisje ben? Wie maakt dat wat uit?