Examples of using "Escocia" in a sentence and their dutch translations:
Het volkslied van Schotland heet "De bloem van Schotland".
Ik woon in Schotland.
Hoe is Schotland in de zomer?
Ben je nog steeds in Schotland?
Engeland en Schotland zijn buurlanden.
Haar zus woont in Schotland.
Hij bracht een paar maanden door in Schotland.
We wonen nog niet in Schotland.
Zou Schotland een onafhankelijk land moeten zijn?
- Ik zal mijn reis naar Schotland uitstellen tot het warmer is.
- Ik stel mijn reis naar Schotland uit tot het warmer is.
De mensen die gisteren vertrokken komen uit Schotland.
- Ik zal mijn reis naar Schotland uitstellen tot het warmer is.
- Ik stel mijn reis naar Schotland uit tot het warmer is.
Ik stel mijn reis naar Schotland uit tot het warmer is.
De vereniging van Schotland en Engeland vond plaats in 1706.
Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland.