Examples of using "Ducharme" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een douche nodig.
Ik moet douchen.
Ik moet onder de douche.
- Ik moet onder de douche.
- Ik moet douchen.
- Ik heb net gedoucht.
- Ik heb net een douche genomen.
- Ik heb alleen maar een douche genomen.
Ik neem eerst even een douche, aangezien ik gisteravond na het hardlopen niet heb gedoucht.