Examples of using "Diciembre" in a sentence and their dutch translations:
- Maciek heeft in december het leven verloren.
- Maciek overleed in december.
- Maciek is in December gestorven.
- Het is ongelofelijk heet en vochtig op Bali in december.
- In december is het zeer heet en vochtig in Bali.
Maciek heeft in december het leven verloren.
Kerstmis is op vijfentwintig december.
December is de laatste maand van het jaar.
Kerstmis is op vijfentwintig december.
Ik herinner me dat het afgelopen december erg sneeuwig was.
31 december is de vooravond van het nieuwe jaar.
Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december.
Die december, bij Austerlitz, vertrouwde Napoleon het korps van Soult de belangrijkste aanval op het
Op 7 december 1815 werd hij de Jardin du Luxembourg in Parijs binnengemarcheerd.
Het ziet ernaar uit dat de wereld toch niet is vergaan op 21 december.
De maanden van het jaar zijn: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.
Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december zijn de twaalf maanden van het jaar.
Op 15 december 1859 werd Lodewijk Lazarus geboren, de eerste zoon. Nog vier zonen en drie dochters volgden later.