Translation of "Mucha" in Dutch

0.016 sec.

Examples of using "Mucha" in a sentence and their dutch translations:

mucha gente,

veel mensen.

¡Escuchen, mucha!

Luister, heel veel!

- Comes mucha comida chatarra.
- Comés mucha comida chatarra.
- Comen mucha comida chatarra.

Je eet te veel ongezond voedsel.

Tenía mucha hambre.

Ik had veel honger.

Tenemos mucha agua.

We hebben veel water.

Había mucha niebla.

Het was heel mistig.

Cayó mucha nieve.

Er is veel sneeuw gevallen.

Tengo mucha sed.

Ik sterf van de dorst.

¿Tomas mucha leche?

Drink je veel melk?

Comí mucha pizza.

Ik at veel pizza.

- Odio cuando hay mucha gente.
- No aguanto cuando hay mucha gente.
- No soporto cuando hay mucha gente.

Ik haat het als er veel mensen zijn.

No bebo mucha cerveza.

Ik drink niet veel bier.

Se necesita mucha agua.

Er is veel water nodig.

No hace mucha diferencia.

Het maakt weinig verschil.

Australia exporta mucha lana.

Australië exporteert veel wol.

No tengo mucha paciencia.

Ik ben niet erg geduldig.

Enseñar requiere mucha paciencia.

Onderwijzen vraagt veel geduld.

Por supuesto. ¡Mucha suerte!

Zeker. Veel geluk!

Tomás tenía mucha paciencia.

Tom was zeer geduldig.

Usualmente bebo mucha leche.

Ik drink gewoonlijk veel melk.

No veo mucha variedad.

Ik zie weinig keus.

No coman mucha torta.

Eet niet te veel cake.

Él tiene mucha autoridad.

Hij heeft veel gezag.

Hemos tenido mucha lluvia.

We hebben heel veel regen gehad.

Les deseo mucha felicidad.

Ik wens u het beste.

- Mucha gente buena muere cada día.
- Mucha gente buena muere a diario.

- Er sterven elke dag veel goede mensen.
- Er sterven dagelijks veel goede mensen.

Mucha gente no ha podido.

Veel mensen zijn eraan onderdoor gegaan.

Esto ayudará a mucha gente.

Dit gaat een hoop mensen helpen.

Y tienen mucha energía solar.

En ze hebben daar veel zonne-energie.

Tenía mucha energía para entregar.

Ik had zo veel energie om terug te geven.

Este año tuvimos mucha nieve.

- We hebben veel sneeuw gehad dit jaar.
- Dit jaar hadden we veel sneeuw.

Los estadounidenses comen mucha carne.

Amerikanen eten veel vlees.

Hay mucha gente en Asia.

- Er zijn veel mensen in Azië.
- Er zijn vele volkeren in Azië.

Tuvimos mucha lluvia este mes.

We hadden deze maand veel regen.

Tenemos mucha nieve en invierno.

- In de winter is er bij ons veel sneeuw.
- We hebben 's winters veel sneeuw.

Odio cuando hay mucha gente.

Ik haat het als er veel mensen zijn.

Mucha gente comete errores similares.

Veel mensen maken soortgelijke fouten.

Nuestro país produce mucha azúcar.

Ons land produceert veel suiker.

La máquina genera mucha electricidad.

De machine zorgt voor veel stroom.

Tom conoce a mucha gente.

Tom kent heel wat mensen.

- Estaba hambriento.
- Tenía mucha hambre.

Ik had veel honger.

- Mucha gente piensa que yo estoy loco.
- Mucha gente piensa que estoy loco.

Veel mensen denken dat ik gek ben.

- Mucha gente estaría de acuerdo con usted.
- Mucha gente estaría de acuerdo contigo.

- Veel mensen zouden het met u eens zijn.
- Veel mensen zouden het met jou eens zijn.
- Veel mensen zouden het met jullie eens zijn.

Y con mucha cáscara. Bien, sigamos.

En met een hoop eierschaal. Laten we verder gaan.

Puede retener mucha agua y nutrientes.

Hij kan veel water en voedingsstoffen vasthouden.

Y salía y sentía mucha curiosidad.

Dan was ze heel nieuwsgierig.

Tengo mucha facilidad para memorizar nombres.

Ik kan gemakkelijk namen onthouden.

Mi padre no come mucha fruta.

Mijn vader eet niet veel fruit.

- ¡Tengo mucha hambre!
- ¡Estoy tan hambriento!

Ik heb zo'n honger!

He hecho mucha escritura esta semana.

Ik heb deze week veel schrijfwerk gedaan.

Las naranjas tienen mucha vitamina C.

Sinaasappels hebben een heleboel vitamine C.

Hay mucha lluvia el año entero.

Het regent veel, het jaar door.

Mucha gente depende de otras personas.

Veel mensen zijn afhankelijk van andere personen.

Bebemos mucha cerveza en mi casa.

Bij mij thuis drinken we veel bier.

Mucha gente piensa que estoy loco.

Veel mensen denken dat ik gek ben.

Hay mucha gente en el parque.

Er zijn veel mensen in het park.

Él tiene mucha experiencia como médico.

Hij heeft veel ervaring als arts.

Él compró mucha harina y aceite.

Hij kocht veel bloem en olie.

- Tengo mucha hambre.
- Estoy muy hambriento.

Ik rammel van de honger.

Hubo mucha nieve el año pasado.

- Vorig jaar was er veel sneeuw.
- Er was veel sneeuw vorig jaar.

Hemos tenido mucha lluvia este mes.

We hebben veel regen gehad deze maand.

Ella tiene mucha experiencia como médica.

Zij is zeer ervaren als arts.

Había mucha gente en el parque.

- Er waren veel mensen in het park.
- In het park was er veel volk.