Examples of using "Recuerdo" in a sentence and their dutch translations:
Wat in mijn...
Ik herinner het me nu.
Nu weet ik het weer.
O, ja, dat herinner ik me.
- Ik herinner me dat.
- Ik weet het nog.
Alles… ik herinner me alles nog.
Ik herinner me je naam niet.
- Ik weet nog wat ik zag.
- Ik herinner me nog wat ik zag.
Ik herinner me dat eerder te hebben gezien.
- Ik kan me de eerste keer nog herinneren.
- Ik herinner me de eerste keer.
Ik herinner mij mijn kindertijd nog goed.
Ik herinner me wat je gezegd hebt.
Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb.
- Ik herinner me dat ik haar ergens gezien heb.
- Ik herinner me hem ergens te hebben gezien.
Ik weet nog dat ik de film gezien heb.
Ik herinner het mij niet juist.
Ik herinner me dat ik daarover iets gelezen heb.
Nu weet ik het weer.
Ze zijn neven, als ik het me goed herinner.
Ik herinner me dat ik haar ergens gezien heb.
Ik weet niet meer wat ik aan het zoeken was.
Ik herinner me dat ik de koningin ontmoette.
Ik herinner me vaak aan mijn gelukkige jeugd.
Ik weet niet meer waar we het over hadden.
Ik herinner me hem ergens te hebben gezien.
Ik herinner me dat ik haar ergens gezien heb.
Hoe makkelijker we ons iets kunnen herinneren,
Ik herinner me dat toen ik ging studeren,
Ik kan me niet meer herinneren hoe ik deze machine moet gebruiken.
- Ik herinner mij het huis waarin ik opgegroeid ben.
- Ik herinner me het huis waar ik opgegroeid ben.
Ik herinner mij niet dat ik speelgoed had toen ik klein was.
Ik herinner me dat ik hem ergens eerder gezien heb.
Ik denk niet dat ik ooit iets over haar gehoord heb.
Ik kan me niet herinneren waar ik de auto heb gelaten.
Ik weet nog dat ik dacht dat het heel vreemd was
Ik kan me niet herinneren hoe je "Bedankt" in het Duits zegt.
Ik herinner me die muziek ooit ergens gehoord te hebben.
Ik kan me niet herinneren wanneer hij naar Boston is verhuisd.
Ik kan me niets herinneren van gisteravond.
Ik herinner mij de naam van die man heel goed.
Ik herinner me de eerste keer dat ik dit lied hoorde.
Ik kan me niet herinneren dat ik die sms gestuurd heb.
en die blauwe tegels herinner ik me nog steeds.
Ik herinner me dat het afgelopen december erg sneeuwig was.
Twee dingen zal ik altijd onthouden als ik de wildernis in ga.
...herinner ik me dat het een turbulente dag was.
Ik herinner me je vader.
- Ik herinner het mij niet juist.
- Ik herinner het me niet goed.
Wat voor souvenirs heb je gekocht?
Ik herinner het me niet precies, maar ik veronderstel dat het vorige week vrijdag was.
Ik weet nog dat ik werd geraakt door de harmonie van kleuren in het bos.
Ik herinner het me niet precies, maar ik veronderstel dat het vorige week vrijdag was.
Ik herinner mij dat ik het boek drie keer gelezen heb toen ik jong was.
Ik herinner mij niet wanneer ik voor het laatst in een boom geklommen ben.
Het probleem is dat ik me niet herinner waar ik mijn auto heb geparkeerd.
Ik herinner mij het jaar waarin hij een betrekking bekwam.
Ik herinner me je naam niet.
- Ik kan me de eerste keer nog herinneren.
- Ik herinner me de eerste keer.
Ik herinner me wat je gezegd hebt.
Ik herinner me niet meer wanneer ik voor het laatst mijn schoenen gepoetst heb.
Ik kan me niet herinneren wanneer ik hem voor het laatst zag glimlachen.
Natuurlijk ken ik je nog, we waren beste vrienden op de basisschool!
Links van me bevond zich een vreemde gedaante. Ik dook dieper...
- Ik kan mij niet herinneren, hoe daar te komen.
- Ik weet niet meer hoe ik daar moet komen.
Hoe ouder ik word, hoe beter ik dingen herinner die nooit gebeurd zijn.
Ze zijn neven, als ik het me goed herinner.
Ik herinner me het huis waar ik opgegroeid ben.
Het is veel extremer dan onze gekste sciencefiction. Ik herinner me de dag waarop het allemaal begon.