Translation of "Concierto" in Dutch

- Quería ir al concierto.
- Yo quería ir al concierto.

Ik wou naar het concert gaan.

¿Usted grabó ese concierto?

Hebt u dat concert opgenomen?

Su concierto fue genial.

Zijn concert was geweldig.

Fui a un concierto.

Ik ging naar een concert.

¿Vendrás conmigo al concierto?

Ga je met mij naar het concert?

- ¿Querés ir conmigo a este concierto?
- ¿Quieres ir conmigo al concierto?

- Wilt ge met mij naar het concert gaan?
- Wil je met mij naar het concert gaan?

¿Ella fue a ese concierto?

Ging ze naar dat concert?

El concierto fue un éxito.

Het concert was een succes.

¿Quieres ir conmigo al concierto?

- Wilt ge met mij naar het concert gaan?
- Wil je met mij naar het concert gaan?

Su concierto estuvo muy bueno.

Zijn concert was zeer goed.

Vayamos juntos a un concierto.

Laten we samen naar een concert gaan.

- ¿Cuándo sacaste el boleto del concierto?
- ¿Cuándo te dieron la entrada del concierto?

Wanneer heb je het concertkaartje bemachtigd?

No llegó hasta después del concierto.

Hij kwam pas aan toen het concert al voorbij was.

El próximo concierto será en junio.

Het volgende concert zal in juni zijn.

¿A qué hora es el concierto?

Hoe laat is het concert?

Su concierto atrajo a muchas personas.

Zijn concert trok veel mensen aan.

Fui a un concierto con Tom.

Ik ben naar een concert geweest met Tom.

Mejor hubiera ido al concierto anoche.

Gisteravond was ik liever naar het concert geweest.

¿Querés ir conmigo a este concierto?

Wil je met me naar dit concert gaan?

Esa noche ella había ido al concierto.

Die avond was ze naar het concert geweest.

El concierto se realizará el siguiente verano.

- Het concert zal de volgende zomer plaatshebben.
- Het concert vindt de volgende zomer plaats.

El lunes pasado fuimos a un concierto.

Afgelopen maandag woonden wij een concert bij.

¿Te compro una entrada para el concierto?

Zal ik een kaartje voor het concert voor je kopen?

Esa noche, ella fue a un concierto.

Die avond ging ze naar een concert.

Tom y yo fuimos a un concierto.

Tom en ik zijn naar een concert geweest.

A él no le gusta este concierto.

Hij houdt niet van dit concert.

Fue Alice quien fue al concierto ayer.

Het is Alice die gisteren naar het concert geweest is.

Un buen ejemplo es un concierto de rock.

Een rockconcert is een goed voorbeeld.

Nos apresuramos para no llegar tarde al concierto.

We hebben ons gehaast om niet te laat te zijn op het concert.

¿Cuál fue el último concierto al que fuiste?

Wat was het laatste concert dat je bezocht hebt?

¿De verdad tienes billetes gratis para el concierto?

Heb je echt gratis kaarten voor het concert?

La orquesta del pueblo dio ayer un concierto.

Het stadsorkest gaf gisteren een concert.

Es grosero conversar en medio de un concierto.

Het is onbeleefd tijdens een concert te praten.

Más de tres mil personas asistieron al concierto.

Meer dan 3000 mensen waren op het concert.

Disfruté el concierto, excepto que el pasillo estaba frío.

Het concert was leuk, maar het was wel koud in de zaal.

Hicimos fila para conseguir las entradas para el concierto.

We gingen in de rij staan om aan kaarten voor het concert te komen.

Me sorprendió ver a tanta gente en el concierto.

Ik was verrast, zoveel mensen te zien op het concert.

Estando mi madre enferma, no pude ir al concierto.

Aangezien mijn moeder ziek was, kon ik niet naar het concert.

¿Cuándo fue la última vez que fuiste a un concierto?

Wanneer was de laatste keer dat je naar een concert ging?

El concierto estuvo genial, pero hacía frío en la sala.

Het concert was leuk, maar het was wel koud in de zaal.

Me gustaría hablar con el famoso pianista antes de su concierto.

Ik wil de beroemde pianist spreken voor het concert.

Después del concierto, la multitud se dirigió hacia la salida más cercana.

- Na het concert trok de menigte naar de dichtstbijzijnde deur.
- Na het concert ging de menigte op weg naar de dichtstbijzijnde uitgang.

La gente vendería su alma por oír el concierto desde esos asientos.

Mensen zouden hun ziel verkopen om vanaf deze plaatsen naar het concert te luisteren.

La entrada para el concierto cuesta más que la entrada de cine.

Het concertticket kost meer dan het bioscoopticket.

Casi todo el mundo que conozco quiere ir al concierto de mañana.

Bijna iedereen die ik ken wil het concert van morgen bijwonen.

La canción que cambió su vida todavía la toca en cada concierto.

Ze speelt het lied dat haar leven veranderde nog steeds tijdens ieder concert.

En contraste, piensen en una persona que vive a tres cuadras del concierto.

Maar denk eens aan iemand die drie straten verderop woont.