Examples of using "¡estáis" in a sentence and their dutch translations:
- Zijn jullie gek?
- Zijn jullie gek geworden?
Jullie zijn niet uitgenodigd.
Ben je helemaal alleen?
Houden jullie me voor de gek?
Zijn jullie aan het kijken?
Waar zijn jullie?
- Ben je teleurgesteld?
- Bent u teleurgesteld?
- Zijn jullie teleurgesteld?
Zijn jullie er zeker van?
Zijn jullie moe?
Jullie staan onder arrest.
Zijn jullie klaar?
Amuseren jullie je?
Je bent gek.
- Je onderschat hem.
- U onderschat hem.
- Jullie onderschatten hem.
- Je doet hem te kort.
Wat zijn jullie aan het doen?
Amuseren jullie je?
Wat ben je aan het lezen?
Jullie zijn in gevaar.
Hoe gaat het nu met jullie?
Zijn jullie allemaal in Berlijn?
Zijn jullie klaar om te vliegen?
Waar zijn jullie?
- U bent hier.
- Je bent hier.
- Leest u de Bijbel?
- Lees je de Bijbel?
- Lezen jullie de Bijbel?
Zijn jullie vrij?
Zijn jullie tevreden?
Weten jullie het zeker?
Jullie zitten in de verkeerde trein.
Hebben jullie het over mij?
Zijn jullie moe?
Zijn jullie trots op jullie vader?
Wat lezen jullie?
Zijt ge allemaal klaar?
- U bent ziek!
- Je bent ziek!
- Ben je thuis?
- Zijn jullie thuis?
Wat zijn jullie aan het zoeken?
Wat ben je aan het leren?
- Jij bent in gevaar.
- U bent in gevaar.
- Jullie zijn in gevaar.
- Wat drinkt u?
- Wat drink je?
- Wat ben je aan het drinken?
- Wat bent u aan het drinken?
- Wat zijn jullie aan het drinken?
- Wat drinken jullie?
Hoe gaat het?
Hoe gaat het nu met jullie?
- Ben je moe?
- Bent u moe?
- Zijn jullie moe?
- Wat doe je?
- Waar bent u mee bezig?
Zijt ge bezet morgennamiddag?
U vergist zich.
Zijn jullie het ermee eens?
Waarom zijn jullie zo moe vandaag?
- Weet je het zeker?
- Zijt ge zeker?
- Weet u dat zeker?
- Weten jullie het zeker?
- Ben je zeker?
Je bent ontslagen.
Schrijft ge een brief?
Eet, want jullie hebben honger.
- Waarom dans je?
- Waarom danst u?
- Waarom dansen jullie?
- Wat doe je?
- Wat ben je aan het doen?
Hoe gaat het met u?
Drink je?
- Ben je klaar om te vliegen?
- Zijn jullie klaar om te vliegen?
Waarom ben je alleen?
Ben je tevreden?
- Bent u moe?
- Zijn jullie moe?
En jullie? Hoe gaat het met jullie?
Slaap je?
- Ben je in Parijs?
- Bent u in Parijs?
- Zijn jullie in Parijs?
Waarom lach je?
- Ben je niet moe?
- Bent u niet moe?
Goedemorgen, hoe maakt u het?
- Wat kook je?
- Wat koken jullie?
- Wat zijn jullie aan het koken?
Is hij nog steeds hier?
Waarom zijn jullie nog niet aan boord van het schip?
- Waarom ben je er nog?
- Waarom zijn jullie nog steeds hier?
- Waarom bent u nog steeds hier?
- Waarom ben je nog steeds hier?
Waarom teken je bloemen?
Slaap je?
Waar heeft iedereen het over?
Zijn jullie het eens met Tom?
- Waarom ben je boos?
- Waarom bent u boos?
- Waarom zijn jullie boos?
- Je bent vast moe.
- Je bent moe, niet?
- Je bent moe, nietwaar?
Over wie heb je het?
Wat ben je aan het zoeken?
Je bent moe van het nietsdoen.
Ben je nog steeds wakker?
- Spreek je Engels?
- Spreekt u Engels?
- Spreken jullie Engels?
- Denk je aan Tom?
- Denkt u aan Tom?
- Denken jullie aan Tom?
- Spreekt u Engels?
- Spreken jullie Engels?
Wat ben je aan het schrijven?
Hoe gaat het met u?
Zit je op Facebook?
- Waar kijk je naar?
- Waarnaar kijk je?
Zijn jullie levensmoe?