Examples of using "Solos" in a sentence and their dutch translations:
we zijn alleen.
We zijn alleen.
Zij zijn alleen.
Laten we alleen gaan.
We waren alleen.
Ik denk dat we alleen zijn.
Laat ons met rust.
Laat ze niet alleen.
Laat ons even alleen zijn.
Laat ze niet alleen.
maar daarvoor moeten we wel alleen zijn.
Zou je ons alleen kunnen laten?
Wij kunnen het niet alleen.
We zijn niet alleen.
- De feiten spreken vanzelf.
- De feiten spreken voor zich.
Ben je helemaal alleen?
- Zij wilden enkel alleen te worden gelaten.
- Ze wilden enkel alleen worden gelaten.
Onze school verbiedt ons alleen naar de bioscoop te gaan.
Ik heb eindelijk een plek kunnen vinden waar we alleen kunnen zijn.
- Ik kan haar niet alleen in de winkel laten.
- Ik kan haar niet alleen in de winkel achterlaten.
Er is maar een manier om uit te zoeken of we alleen zijn.
maar wat er ook gebeurt, je bent tenminste nooit alleen.
Als ze het tot de lente redden, zullen ze zelfstandig worden.
Ga niet alleen naar het oerwoud.
's Nachts hebben ze de vruchten van het bos voor zichzelf.
Ze heeft geen ouders die haar iets leren. Ze is alleen.
Stel je voor dat je in het cruciale deel van de 300 meter hoge wand zit
U zult nooit alleen zijn.
Nu zijn we eindelijk alleen met z'n tweeën.
Om uiteindelijk een manier te vinden om je niet alleen op de wereld te voelen,
Nu er gevaar op de loer ligt, kan ze ze niet alleen laten.
- Ben je graag alleen?
- Bent u graag alleen?
Eenzame mensen zijn vaak bang om anderen te ontmoeten, wat ervoor zorgt dat ze altijd eenzaam zullen blijven.
Verveel je je niet wanneer je alleen bent?