Translation of "умрёт" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "умрёт" in a sentence and their dutch translations:

Том умрёт?

Zal Tom sterven?

Том умрёт.

- Tom zal sterven.
- Tom zal doodgaan.

Она умрёт.

Zij zal sterven.

Мэри умрёт.

Maria zal sterven.

Он умрёт?

Zal hij sterven?

Том думал, что умрёт.

Tom dacht dat hij ging sterven.

Всё живое однажды умрёт.

Al wat leeft zal ooit sterven.

Я знаю мужчину, который скорее умрёт,

Ik ken een man die liever sterft

Что мы будем делать, если Том умрёт?

Wat doen we als Tom doodgaat?

Как человек живёт, так он и умрёт.

Zoals iemand leeft, zo zal hij ook sterven.

Если мы его оставим, он умрёт от потери крови.

Als we hem achterlaten zal hij doodbloeden.