Examples of using "человек" in a sentence and their dutch translations:
Je bent een mens.
en iemand die dit deed en iemand die dat deed.
Je bent een mens.
- Gij zijt een persoon.
- Jij bent een persoon.
Ik ben een mens.
Een kat is geen mens.
Hij is een man van daden.
Een kat is geen mens.
De mens is een wolf voor de mens.
Hij is een betrouwbaar persoon.
- Je bent een wijze man.
- Jij bent een wijze man.
- Je bent een prachtig mens.
- Je bent een geweldig mens.
- U bent een geweldig mens.
- U bent een prachtig mens.
Tom is geen rijke man.
- Iedere persoon is uniek.
- Ieder mens is uniek.
Ik ben een eerlijk mens.
Hij is een actief persoon.
Hoeveel mensen?
De mens is sterfelijk.
De mens is een primaat.
Zijn mensen sterfelijk?
Ben je een mens?
Aanschouw de mens.
Ik ben een persoon.
Dat is een écht persoon.
De mens heeft het vermogen om te spreken.
Ik denk dat dat een competent persoon is.
Ik ben kunstenaar.
De mens is een rationeel dier.
Een mens moet werken.
- Ik ben een vrije man.
- Ik ben een vrije mens.
- Ik ben een vrij mens.
De mens is een sociaal dier.
De bakker is een goede mens.
Hij is een betrouwbaar persoon.
Hij is een vriendelijk persoon.
Hij is een agressief mens.
Hij is een vreemd persoon.
Een kat is geen mens.
- Wie is deze persoon?
- Wie is die persoon?
Jij bent een klein mens.
Zij is een vriendelijk persoon.
Hij is een wreed persoon.
Tom is een rijke man.
Ik ben een goed mens.
Tom is een vriendelijk persoon.
- Tom is een slappeling.
- Tom is een zwakkeling.
Ali is een goede knaap.
Die persoon is overleden.
Veertig mensen waren aanwezig.
- Iedere persoon is uniek.
- Ieder mens is uniek.
Ieder persoon is bijzonder.
Iedereen is uniek.
Iedereen is een kunstenaar.
Zij is een serieus persoon.
Ik ben een eerlijk mens.
Hij is een goed mens.
Deze man is dood.
De mens is een wolf voor de mens.
Zij is een stil persoon.
Zij heeft een prachtige persoonlijkheid.
Bob is een aardig persoon.
Ieder mens moet sterven.
Tom is een man van zijn woord.
Ieder persoon is verschillend.
Hij is een buitengewoon persoon.
Ze is een betrouwbaar mens.
Tom is een goede vent.
Tom is een geweldig persoon.
De man drinkt water.
Man over boord!
Ik ben een onafhankelijke man.
Ik ben een druk iemand.
- Ik ben een nieuwsgierig mens.
- Ik ben een weetgierig mens.
- Zij is een plezierig mens.
- Het is een aardig mens.
- Het is een aardige meid.
Hij is een vriendelijk persoon.