Examples of using "сестре»" in a sentence and their dutch translations:
Ik bel mijn zus op.
Ga je zus helpen.
Ze kocht een woordenboek voor haar zuster.
Ik gaf mijn zus een woordenboek.
Ik heb voor mijn zuster een nieuwe hoed gekocht.
Hoe oud is je zusje?
De broer schreef een brief aan de zus.
- Mijn zuster is drie jaar oud.
- Mijn zus is drie jaar oud.
Mijn zus mag Tom wel.
Hoe oud is je zus?
Ik wil een shirt voor mijn zus kopen.
Hij trouwde met mijn zus.
Ze moest haar zus verzorgen.
Laat mij u mijn zuster voorstellen.
Hij is erg aan zijn zus gehecht.
Ik mis mijn kleine zus.
Ik heb voor mijn zuster een nieuwe hoed gekocht.
Ze moest haar zus verzorgen.
Ik hou van honden maar mijn zus houdt van katten.
'32 memes die je onmiddellijk naar je zus zou moeten sturen.'
Mijn zusje is te jong om naar school te gaan.
Lucys moeder zei haar dat ze moet zorgen voor haar jongere zus.