Examples of using "Пойди" in a sentence and their dutch translations:
Ga Mary wakker maken.
Ga Tom zoeken.
Ga je zus helpen.
Ga iets doen.
Rot op!
Ga eens even kijken wie het is.
Ga wandelen!
Speel buiten in plaats van televisie te kijken.
- Zet de ketel op.
- Zet het water op.
Ga maar met je vrienden spelen.
Als je me niet gelooft, ga dan zelf kijken.
Ga naar het park.
- Ga en maak Mary wakker.
- Ga Mary wakker maken.
Ga iets doen.
- Ga ergens anders naartoe.
- Ga ergens anders heen.
Ga naar het park.