Examples of using "растёт" in a sentence and their dutch translations:
De werkloosheid neemt toe.
De bevolking groeit.
- Ze groeide op.
- Ze groeit op.
Hij wordt volwassen.
Tom groeit op.
Mijn liefde voor haar wordt almaar groter.
Druiven groeien in trossen.
De bevolkingsomvang van Zweden groeit.
De prijs van olie stijgt.
De benzineprijs stijgt.
De bevolking van deze stad neemt toe.
Rijst groeit in warme landen.
Ik kan het gras horen groeien.
De wereldbevolking groeit van jaar tot jaar.
De bevolkingsomvang van Zweden groeit.
Simpel gezegd neemt niet alleen onze wereldwijde bevolking toe,
Het aantal personen met een hartziekte is toegenomen.
De bevolking van Zweden groeit.
Het was verrassend te zien hoe snel het kind groeide.
Het gras groeit goed, maar het paard is al dood.
Er staat een boom in mijn achtertuin.
In mijn tuin staat een citroenboom.
Zijn bedrijf groeit snel.
Voor het huis staat een boom.
De stedelijke bevolking van Amerika neemt toe.
Er groeit geen gras op de maan.
Er zijn veel appelbomen in de tuin.
Mondiaal groeit thuiszorg met 10% per jaar.