Examples of using "поступить" in a sentence and their dutch translations:
Zij studeren om naar de universiteit te kunnen gaan.
Zij studeren om naar de universiteit te kunnen gaan.
Je kunt me dit niet aandoen!
Vergeet dat niet als we nadenken over waar we mee bezig zijn.
Waarom doen we hetzelfde niet voor de oceaan?
Dat kan je niet maken.
Het is niet altijd zo simpel om het juiste te doen.
- Dat mag niet.
- Dat mag je niet doen.
- Dat kan je niet doen.
- Dat kunnen jullie niet doen.
- Dat mogen jullie niet doen.