Examples of using "очках" in a sentence and their dutch translations:
De man draagt een bril.
Ik draag een zonnebril.
Hij draagt een bril.
Tom viel in slaap met zijn bril op.
Ik droeg een zonnebril.
Tom draagt bijna altijd een zonnebril.
Hij draagt een bril.
Tom kan zelfs met bril niet goed zien.
- Ze draagt een zonnebril.
- Zij heeft een zonnebril op.
Hij draagt een zonnebril.
Ze droeg een bril.
Hij droeg een bril.
Hij draagt een zonnebril.
Zelfs met bril kan hij niet goed zien.
- Ze draagt een zonnebril.
- Zij heeft een zonnebril op.