Examples of using "отпуска" in a sentence and their dutch translations:
Geniet van je vakantie.
Ik kijk uit naar de zomervakantie.
Hij is uit vakantie teruggekeerd.
Zodra we terug zijn van vakantie zal ik u bellen.
Hij heeft een week vrij genomen.
- Hij heeft een week vrij genomen.
- Hij nam een week vrij.
- Hij heeft een week vrij genomen.
- Hij nam een week vrij.