Examples of using "оставила" in a sentence and their dutch translations:
Ze liet niets.
Ze liet het raam openstaan.
Zij heeft geen bericht achtergelaten.
Zij heeft haar zoon alleen in de auto achtergelaten.
- Ik heb uw avondeten voor u in de oven laten staan.
- Ik heb je avondeten voor je in de oven laten staan.
Maria liet haar zus de ramen lappen.
Ze is de haai te slim af.
Toms vrouw zou hem waarschijnlijk verlaten als ze de waarheid wist.
Ik heb je paraplu in de bus gelaten.
Ik heb je paraplu in de bus gelaten.
Ik had bijna mijn paraplu in de trein laten liggen.