Translation of "мешает" in Dutch

- Тебе это не мешает?
- Вам это не мешает?

Heb jij daar geen last van?

Вам это мешает?

- Zou dat u storen?
- Zou dat jullie storen?
- Stoort dat u?

Тебе это мешает?

Stoort dat je?

Том мешает Мэри.

- Tom valt Maria lastig.
- Tom stoort Maria.

Мне это не мешает.

- Het hindert me niet.
- Het stoort me niet.
- Ik stoor me er niet aan.

Тебе ничего не мешает.

Niets weerhoudt je ervan.

Холод мне не мешает.

Ik vind de koude niet erg.

Шум мешает нам спать.

We kunnen niet slapen vanwege het lawaai.

Что-то мешает вам радоваться жизни.

Iets houdt je tegen om te vrolijk te worden.

- Шум мне надоедает.
- Шум мне мешает.

Het lawaai stoort me.