Examples of using "доставить" in a sentence and their dutch translations:
Kun je dat leveren?
- Kun je het verzenden?
- Kun je dat leveren?
We kunnen het vanavond bezorgen.
...en snel naar het ziekenhuis brengen.
Nog even verder, tot het dorp. Kom op.
Maar was er een snellere manier... ...om de medicijnen te bezorgen?
Dus roepen we de helikopter en gaan we snel naar het ziekenhuis.
Dus roepen we de helikopter en gaan we snel naar het ziekenhuis.
We moeten de antistoffen vinden... ...en snel naar het ziekenhuis brengen.
Het geeft Tom veel voldoening om zoveel mogelijk problemen te veroorzaken.
We kunnen leveren binnen een week.