Examples of using "Пойдем" in a sentence and their dutch translations:
Kom op.
We doen het.
Laten we gaan.
Ik ga deze kant op.
Blijven bewegen.
Kom op.
Kom op.
Laten we gaan.
Oké, blijven bewegen.
Vanaf hier... ...gaan we landinwaarts.
Laten we naar het strand gaan.
Kom luisteren naar de radio!
We hebben modder nodig. Kom op.
Laten we nog wat dennentakken zoeken.
Laten we een compromis sluiten.
Ik heb een idee. Kom op.
En met een hoop eierschaal. Laten we verder gaan.
Oké, daar gaan we. Kom op.
Laten we het eens bekijken.
Laten we het wrak vinden.
- Kom, we zijn weg.
- Laten we gaan.
- Laten we ergens wat te eten halen.
- Laten we ergens een hapje eten halen.
Laten we wegwezen en blijven zoeken.
We kunnen beter gaan.
Kijk, een lange rechte stengel zoals deze. Kom met me mee.
...en jij bent degene die beslist waar we langs gaan.
- Kom, we zijn weg.
- Laten we gaan!
- Kom, we zijn weg.
- Laten we van start gaan.
- Laten we gaan!
- Vooruit!
- Go!
Laten we een hoop van deze verzamelen en naar het ijsmeer gaan.
Ze leidt uiteindelijk naar mensen. Laten we in de buurt blijven.
Nog even verder, tot het dorp. Kom op.
...of vangen we een vis met larven in het bevroren meer?
...en jij bent degene die beslist waar we van hieraf heengaan.
Vanavond gaan we dansen.
Als we naar binnen gaan hebben we een lichtbron nodig.
Het is warm. Een gedurfd besluit, maar jij bent de baas, laten we gaan.
Nu alleen nog het touw binnenhalen. En dan gaan we dat ding zoeken.
Kom met mij mee.