Examples of using "вечером" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben deze nacht vrij.
- Ik ben vanavond vrij.
- Vanavond heb ik tijd.
- Ik ben deze nacht vrij.
- Ik ben vanavond vrij.
- Telefoneer mij deze avond.
- Bel me vanavond.
- Ben je vanavond vrij?
- Bent u vanavond vrij?
- Zijn jullie vanavond vrij?
Het wordt koud vanavond.
Bel me vanavond.
- Telefoneer mij deze avond.
- Bel me vanavond.
Komt hij vanavond?
Het zal koud zijn vannacht.
Is hij vrij vanavond?
Tot vanavond dan. Doei!
Ik begin vanavond.
Ik vertrek vanavond.
- Ik zal hem vanavond bellen.
- Ik zal haar vanavond bellen.
Ik vertrek vanavond.
Ik bel je vanavond op.
Het heeft gisteravond geregend.
Komt hij vanavond?
Niet vanavond.
Niet vanavond.
Op een zomeravond
Het wordt koud vanavond.
We zien elkaar vanavond. Tot dan!
Ik zal haar vanavond bellen.
Ik zie haar vanavond.
Het kan vanavond sneeuwen.
Ik zal hem vanavond bellen.
Ik bel je vanavond op.
Ik moet het vanavond teruggeven.
Waart gij gisteravond thuis?
- Heb je verleden nacht naar de televisie gekeken?
- Hebt gij gisteravond televisie gekeken?
- Heb je gisteravond naar de tv gekeken?
Waart gij gisteravond thuis?
Ben je gisteravond uitgeweest?
Ga je vanavond naar het restaurant?
Hebt ge mij gisteravond opgebeld?
Wat heb je gisteravond gegeten?
- Wat gaat u vanavond doen?
- Wat gaan jullie vanavond doen?
- Wat ga je vanavond doen?
- Ik heb vanavond Tom gezien.
- Ik heb Tom deze avond ontmoet.
Ik zag Tom gisteravond.
Blijft ge thuis vanavond?
Gisteravond heb ik tv gekeken.
Ik heb Tom deze avond ontmoet.
Zou ik u vanavond kunnen zien?
Waar waren jullie gisteravond?
- Hebt gij gisteravond televisie gekeken?
- Heb je gisteravond naar de tv gekeken?
- Hebt ge mij gisteravond opgebeld?
- Heb je me gisteravond gebeld?
Ik bel je vanavond op.
Het is verschrikkelijk koud deze avond.
Laten we vanavond bij elkaar komen.
Het ziet ernaar uit dat het vanavond gaat regenen.
Is zij vrij vanavond?
Is hij vrij vanavond?
- Telefoneer mij deze avond.
- Bel me vanavond.
- Vanavond ben ik vrij.
- Ik ben vanavond vrij.
Het heeft gisteravond geregend.
- Het gaat vanavond regenen.
- Vanavond gaat het regenen.
- Telefoneer mij deze avond.
- Bel me vanavond.
Zal het vanavond sneeuwen?
Ik vertrek vanavond.
We zijn hier 's avonds aangekomen.
Het is vannacht mooi weer.
Ik begin 's middags.
's Avonds heb ik Duits gestudeerd.
Het sneeuwde vannacht.
Wat overkwam je gisteren?
- Ik vraag me af of hij vannacht zal komen.
- Ik vraag me af of hij vanavond zal komen.
Ga je uit vanavond?
Ga je vanavond naar het restaurant?
Wat had je gisteravond aan?
Ik zal hem vanavond bellen.
Ze heeft gisteravond groentesoep gemaakt.
Ik heb een liefdesbrief geschreven gisteravond.
Ik zie Tom vanavond.
Vanavond gaan we naar de kerk.
- Ik zie ze vanavond.
- Ik zie hen vanavond.
Gisteravond heeft Tom geen avondeten gegeten.
Ik heb haar laat in de avond ontmoet.
- Ik zie hem morgennamiddag.
- Ik zie hem morgenmiddag.
Kunt ge zondagavond komen?
Ik bel je vanavond op.
We kunnen vanavond beginnen.
Vanmiddag ben ik vrij.
- Gisternacht luisterde ik naar de radio.
- Gisteravond luisterde ik naar de radio.
Hij kwam laat in de avond thuis.
Blijft ge thuis vanavond?
Wat gaat u vanavond doen?