Examples of using "адвокатом" in a sentence and their dutch translations:
Tom wil advocaat worden.
Zijn dochter wil advocaat worden.
Ik ben van plan advocaat te worden.
Tom wou advocaat worden.
Tom wil advocaat worden.
Zijn dochter wil advocaat worden.
- Tom wou met een advocaat praten.
- Tom wou met een advocaat spreken.
Ik heb het gevoel dat jij een heel goede advocaat zult zijn.
- Ik heb het gevoel dat jij een heel goede advocaat zult zijn.
- Ik heb het gevoel dat u een heel goede advocaat zult zijn.
Tom trad in de voetsporen van zijn vader en werd advocaat.