Examples of using "намерен" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben van plan te wachten.
Ik ben van plan advocaat te worden.
Tom is van plan om journalist te worden.
Ik ga werken tijdens de krokusvakantie.
Ik ben van plan het project door te zetten.
Ik ben niet van plan eender welke vraag te beantwoorden.
De geschiedenis zal me goed gezind zijn, want ik ben van plan het te schrijven.
Ik ben van plan er een week te blijven.
- Wat ben je van plan om te doen?
- Wat zijn jullie van plan te doen?